Bibob-raadsman

Al jong wist Jaap Baar (33) dat hij de advocatuur in wilde. ‘In mijn middelbareschooltijd ging ik naar een politierechterzitting en dacht: als die verdachte was bijgestaan door iemand die het beter onder woorden had gebracht, was hij niet veroordeeld.’

Deze maand zit hij tien jaar in het vak. Vijf jaar verbond hij zijn naam aan Kuyp Baar Advocaten, met vestigingen in Laren en Arnhem. ‘Ik vind het een mijlpaal: tien jaar advocaat en vijf jaar een eigen kantoor. Ik geniet nog elke dag van mijn werk en krijg er energie van dat ik nu ook jonge medewerkers van mijn kantoor kan opleiden. Als puber wist ik één ding: ik wilde de advocatuur in. Strafrecht, dat moest het worden. Zeker toen ik met school bij de rechtbank ging kijken. Ik wilde verdachten bijstaan, voor ze opkomen. Op mijn 21ste haalde ik mijn master strafrecht aan de Universiteit Leiden. Ik dacht: ‘wat nu?’ Als ik solliciteerde, kreeg ik standaard te horen dat ik te jong was. Ik besloot in de avonduren staats- en bestuursrecht te gaan doen om mijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Dat bleek een gouden greep.

Ik adviseer met name horecaondernemingen, vastgoed- en projectontwikkelaars en milieu-inrichtingen over vergunningsprocedures. Vooral waar het gaat om zogenoemde Bibob-onderzoeken. Heel anders dan een verdachte bijstaan in het beklaagdenbankje, maar het blijkt bij me te passen. Ik procedeer tegen ingetrokken vergunningen of bestuursrechtelijke handhaving zoals bestuurlijke boetes, sluitingen, lasten onder bestuursdwang en dwangsom. Ik kan mijn strafrechtelijke expertise inzetten in zogenoemde punitieve bestuursrechtelijke procedures, maar heb andersom ook baat bij mijn bestuursrechtelijke kennis in strafprocedures. Vooral als sprake is van sfeercumulatie: wanneer bestuursrechtelijke handhaving overgaat in een strafrechtelijk onderzoek, oftewel van controle naar opsporing.

De Wet dieren en dierenwelzijn heeft mijn bijzondere interesse. Een uit de hand gelopen hobby. Niet alleen ben ik dierenliefhebber – ik heb thuis twee konijnen en een hond – maar de Wet dieren en dierenwelzijn is ook juridisch interessant. Het bevat open normen die verschillend kunnen worden uitgelegd. Aan mij de taak om tot een goed inhoudelijk resultaat te komen als ik cliënten bijsta die een handhavingsverzoek doen om naleving van de wet af te dwingen of die zelf met handhaving worden geconfronteerd. Wat nu anders is dan een paar jaar geleden? De onderbezetting bij de rechtbank. Ik heb daar dagelijks mee te maken en het frustreert me. Als ik een mail of verzoek indien bij de rechtbank of officier van justitie dan hoor ik vaak niets. Er volgt pas een reactie als ik ga dreigen met een klacht. Ik snap dat het druk is, maar een mailtje waarin wordt aangegeven dat er later op teruggekomen wordt, zou al fijn zijn. Dan kan ik dat ook communiceren naar mijn cliënten. Ik word in april voor het eerst vader. Dat betekent dat ik een nieuwe balans moet vinden tussen werk en privé. Ik ben alvast één dag per week thuis aan het werk. Maar die slapeloze nachten straks? Daar kan ik me helaas niet op voorbereiden.’

kuypbaar.nl

 

 

 

Jaap Baar

 

 

Door Nathalie de Graaf
Bron: Advocatenblad